Ondanks de relatief zwakke beursmaand augustus hebben aandelenbeleggers dit jaar weinig reden tot klagen. De Amerikaanse S&P 500-index is, mede dankzij de hype rond artificial intelligence (AI), met ruim 17 procent opgelopen, terwijl de Amsterdamse AEX-index op 8 procent winst staat.

Een belangrijke waarderingsmaatstaf voor aandelen laat echter zien dat je met aandelen op dit moment misschien niet het meeste waar voor je geld krijgt.

Risicopremie aandelen onaantrekkelijk

Het gaat om de zogeheten risicopremie. Dit is een extra rendement dat aandelenbeleggers krijgen bovenop de ‘risicovrije’ rente van veilige staatsleningen. Het gaat dus om de beloning voor het feit dat beleggen in aandelen gepaard gaat met meer risico.

De risicopremie wordt vaak als volgt berekend. Eerst wordt gekeken naar de verhouding tussen de winst per aandeel en de koers van een aandeel. Stel een aandeel noteert op een koers van 100 euro en de winst per aandeel is 5 euro. Dan betaal je 20 keer de winst voor het aandeel (de koers-winstverhouding). Als je dit omdraait, dan is het winstrendement van het aandeel 5 procent (5/100).

Analisten zetten het winstrendement (5 procent in het voorbeeld) doorgaans af tegen de risicovrije rente van een 10-jarige staatslening. Stel dat de 10-jaarsrente 4 procent is, dan is het extra rendement van het aandeel ten opzichte van de staatsrente 1 procentpunt. Dat is de risicopremie.

Als het verschil tussen de staatsrente en het extra rendement op aandelen klein is, krijgen aandelenbeleggers relatief weinig extra rendement voor het grotere risico dat ze lopen. Anders gezegd: dan zijn aandelen relatief duur.

Volgens marktstrateeg Charlie Bilello van Creative Planning, een Amerikaanse vermogensbeheerder met 200 miljard dollar onder beheer, is de risicopremie van Amerikaanse aandelen momenteel gedaald naar 0,4 procent, het laagste niveau sinds de kredietcrisis in 2009.

In de grafiek hieronder kun je de historische ontwikkeling van de risicopremie van de S&P 500-index zien, dus het winstrendement van aandelen verminderd met de rente op de 10-jarige Amerikaanse staatslening.

Te zien is dat beleggers in Amerikaanse aandelen nauwelijks nog een bonus krijgen voor het verhoogde risico dat ze lopen.

In de grafiek is ook te zien dat de risicopremie voor aandelen soms zelfs negatief is. Dit gebeurde bijvoorbeeld na het knappen van de internetbubbel in 2000 en de beurscrash in 1987. Maar er zijn ook momenten dat aandelenbeleggers royaal worden beloond ten opzichte van beleggers in relatief veilig staatspapier. Zo bedroeg de risicopremie in 2011 maar liefst 5,4 procent.

Waarschuwingssignaal voor aandelen

"Aandelen zijn op dit moment niet erg goedkoop. De rendementen op obligaties zijn redelijk gemiddeld, maar ze zitten wel in de lift. Beleggers moeten daar rekening mee houden", zei Bilello in een interview voor Creative Planning.

Amerikaanse aandelen doen het dit jaar niettemin tot nog toe fors beter dan obligaties. De S&P 500-index staat op een plus van 17 procent, terwijl het totale rendement van de Amerikaanse 10-jaarslening (koersontwikkeling + couponrente) per saldo rond de 0 procent ligt.

LEES OOK: De beleggingsportefeuille met 60% aandelen en 40% obligaties werkt niet goed meer, volgens analisten van Bank of America – dit zijn alternatieven